Most verkrijgen

Deze methode is niet voor alles aan te raden. Ze zorgt voornamelijk voor erg veel oxidatie, iets wat bij bijvoorbeeld appels of rabarber ten zeerste af te raden is. Het is wel een erg eenvoudige methode en is zeker geschikt voor beginners die nog niet beschikken over een goede pers.

Voor het maken van rode wijn (van blauwe druiven) is pulpgisting noodzakelijk. Enkel dan komt de kleurstof uit de schil van de druiven vrij (evenals de tannine trouwens).

Als je vertrekt van hard fruit, dat je niet zomaar kan kneuzen om er sap uit te krijgen, snij je het bronmateriaal in kleine stukken. Doe dit in een emmer of vat (met grote opening). Giet er water over zodat alles juist onder staat en voeg een pecto-enzyme toe. Laat dit nu één of twee dagen staan, afgedekt door een neteldoek. Na deze tijd zal je waarschijnlijk kunnen persen of verder gaan met de eigenlijke pulpgisting.

Als je vertrekt van zachter fruit, zoals blauwe druiven voor rode wijn, kneus dan eerst het fruit en doe het zo in een emmer of vat.

Om de pulpgisting te starten voeg je aan het gekneusde of met pecto-enzyme behandelde fruit de gist toe en wat suiker. Vergeet niet alles goed af te sluiten met een neteldoek. Laat dit nu enkele dagen gisten. Roer regelmatig alles dooreen. Zo voorkom je niet alleen dat er schimmel gevormd wordt op de koek die naar boven komt drijven, maar je zorgt er ook voor dat de smaakstoffen meer kans zullen hebben op te lossen in het water.

Na een weekje kan je dan de pulp beginnen te zeven of misschien alsnog te persen. Zeven kan best eerst met een grove zeef en daarna met een neteldoek. Door de neteldoek met de pulp er in samen te draaien kan je er nog vrij veel vocht uit persen.

Dit is de meest gebruikte en beste methode om sap van vruchten te verzamelen om wijn te maken. Een wijnpers is natuurlijk niet goedkoop (hoewel je er wel zelf één kan maken). Zeer veel fruit leent zich erg goed voor het persen. Groter fruit snij je best eerst in stukken en vergeet ook niet de grote pitten te verwijderen.